woensdag 8 november 2017

Interview Arjen van Meijgaard: een debutant moet gebruik maken van zijn netwerk (Boekblad)

In het najaar ontvangt de boekhandel een overstelpende hoeveelheid nieuwe titels. Hoe zorg je er als debutant bij een kleine uitgeverij voor dat ook jouw boek opvalt? Arjen van Meijgaard, auteur van de roman We hebben alles bij ons (In de Knipscheer), maakt dankbaar gebruik van het netwerk dat hij in het boekenvak heeft opgebouwd– én het netwerk van vrienden en bekenden.

Gefeliciteerd met je debuut. Is er een droom uitgekomen?
'Ja en nee. Ik was al langer bezig met dit boek en in het begin, als het voor je gevoel af is, wil je dat er natuurlijk snel iets mee gebeurt. Ik ben de afgelopen jaren weleens bij een uitgeverij uitgenodigd om over mijn manuscript te praten, maar dat liep uiteindelijk helaas om verschillende redenen op niets uit. Ik bleef schaven en schuren aan de tekst en stuurde het dan weer eens op. Ik rekende steeds minder op een uitgave en op het moment dat ik er het minst mee bezig was, kwam de vraag van hoofdredacteur Cor Gout van literair tijdschrift Extaze of ik wilde debuteren in hun debutantenreeks bij In de Knipscheer. De droom van de publicatie van We hebben alles bij ons kwam dus toch uit, maar nu begint de tweede droom: dat het verkocht en gelezen wordt en dat er nog een boek volgt. De ene droom wekt dus de volgende op.'

Hoe ben je precies bij In de Knipscheer gekomen?
'Via Extaze dus. Het is een sympathiek en mooi vormgegeven Haags tijdschrift dat naast beschouwingen en essays over verschillende onderwerpen een podium biedt aan beginnende schrijvers en dichters. Ik heb daar een paar keer een verhaal in gepubliceerd. Ook in nummer 24, dat morgen wordt gepubliceerd, staat weer een verhaal van mij. De debutantenreeks die Extaze heeft met In de Knipscheer is volgens mij vrij uniek. Mijn roman is het vierde deel in de Extaze-reeks.'

In de Knipscheer was dus niet je eerste keus. Is het toch de uitgeverij van je dromen gebleken?
'Als je een beetje thuis bent in het boekenvak, dan ken je de meeste uitgeverijen. Ik heb een paar jaar bij Broese in Utrecht en Verwijs in Den Haag gewerkt. Als ik toen nadacht over een eigen uitgave, had ik zo mijn voorkeuren: Meulenhoff omdat Patrick Modiano daar destijds werd uitgegeven, een schrijver die ik graag lees. Of Cossee omdat die uitgaves mooi zijn en ze ook wat minder gangbare schrijvers publiceren. Maar op dit moment zijn de kleinschaligheid en het idealisme van In de Knipscheer mij zeer welkom. De betrokkenheid van de redactie van Extaze en Franc Knipscheer is groot. En zonder hen was deze droom niet uitgekomen.'

Kan de uitgeverij ervoor zorgen dat het een bestseller wordt?
'Een bestseller zou leuk zijn, maar hoeft niet van mij. Dat klinkt misschien makkelijk omdat die kans ook minimaal is, maar alle aandacht en rompslomp die dat met zich meebrengen: ik kan me niet voorstellen dat ik daar ontzettend blij van word. Het is natuurlijk wel belangrijk dat het boek aandacht krijgt met bijvoorbeeld wat recensies en wie weet een nominatie. En dat het goed verkoopt is natuurlijk ook van belang, bijvoorbeeld dat de eerste druk over een jaar uitverkocht is. Dat lijkt me al een mooi streven op zich.'

Maar er verschijnen - juist in deze tijd van het jaar – zo veel nieuwe titels. Waarom zouden lezers uitgerekend jóúw boek moeten lezen?
'Omdat het te midden van die hele turbulente stroom boeken een rustige titel is en een mooie uitgave. Het is een tragikomische road novel, de stijl is luchtig, het verhaal is serieus. De hoofdpersoon – een man van een jaar of dertig – helpt zijn vader emigreren naar Portugal. Omdat zijn ouders zijn gescheiden toen hij tien was, beschouwt hij de reis als dé kans om elkaar te leren kennen. Gaandeweg wordt dan duidelijk hoeveel impact de scheiding heeft gehad op zijn leven. En dat ze meer op elkaar lijken dan hij had gehoopt. Niet alleen kinderen en ouders die een scheiding hebben meegemaakt zullen er dingen in herkennen. Ieder kind wil gezien worden door zijn vader en moeder, heeft liefde en aandacht nodig. En welke gevolgen heeft het als je die niet krijgt?'

Is je debuut wel goed ingekocht?
'Een netwerk is in elk vak belangrijk. Gelukkig ken ik dankzij mijn verleden een aantal boekhandelaren en die hebben het ingekocht, dat is erg fijn. Het was ook zeer sympathiek dat Athenaeum Boekhandel – voor wie ik Franse literatuur recenseer – een voorpublicatie op hun website heeft geplaatst. En jij wil me interviewen. Zelf ben ik ook boekhandels aan het benaderen om te vragen of ze een stapeltje ter consignatie willen neerleggen, en bekenden en collega’s helpen me daarbij. Op die manier is het dan straks in ieder geval op verschillende plekken in Nederland te krijgen, van Heemstede tot Velp en van Utrecht tot Maassluis. En dat is het belangrijkste, dat het een tijdje op tafel ligt, zodat mensen het oppakken, de achterflap lezen of de eerste bladzijde en het dan meenemen naar de kassa. Gelukkig werk ik op twee middelbare scholen waar leerlingen het op hun eindlijst mogen zetten, dat helpt natuurlijk ook. Zeker als ze dat de komende jaren blijven doen.'

Wat gaat de uitgeverij doen om je boek aan de man te brengen?
'De boekhandels informeren, het boek onder de aandacht van de pers brengen. Via sociale media is er al aandacht aan besteed, ook door tijdschrift Extaze. De boekpresentatie vorige week in boekhandel Douwes was een dubbelpresentatie met deel 5 uit de Extaze-reeks: Rotgeluk van Kristien De Wolf. Zij komt uit Vlaanderen en doet daar nog een presentatie, dus ik hoop dat ik daar ook over mijn roman kan komen vertellen.'

'In de Knipscheer is een kleine uitgeverij met weinig mankracht. De uitgever zelf is ontzettend actief met het onder de aandacht brengen en verzorgen van zijn fonds, dat toch aanzienlijk. Maar ik vind het niet meer dan logisch dat een auteur zelf ook veel aan pr doet. Het lijkt me juist niet van deze tijd om achterover te leunen en af te wachten wat er allemaal voor je geregeld wordt. Het is bovendien leuk om te doen, merk ik: aandacht voor je eigen boek genereren.'

Wat is er leuk aan?
'Het durven vertellen over je boek en dan merken dat mensen oprecht geïnteresseerd zijn. Ik merk dat je ook op een bescheiden manier effectief om aandacht kunt vragen. Opdringerigheid vind ik zelf heel vervelend, maar laten zien: "Dit ben ik en dit heb ik te bieden, wil je er wat mee?" blijkt dus ook te werken. Het is natuurlijk helemaal leuk als je bij een boekwinkel langsgaat om te vragen of ze het willen neerleggen en je ziet het al in de etalage liggen, zoals mij vorige week overkwam bij De Haagse Boekerij. Dan ga ik wel even naar binnen om te bedanken.'

Wanneer beschouw je je debuut als een succes?
'Ten eerste als er hier en daar aandacht aan besteed wordt, maar vooral als de mensen die We hebben alles bij ons lezen het waarderen. Een aantal mensen had het la direct het weekend na de presentatie uit en mailden me dat ze onder de indruk waren. Dat is fijn om te horen. Vervolgens zie ik dit debuut als een succes wanneer er nog een tweede en hopelijk derde boek op volgt. Ik houd daarbij Nescio en Elsschot in mijn achterhoofd: schrijvers van een klein maar indrukwekkend oeuvre. Maar wie weet, heb ik straks de smaak goed te pakken en volgen er nog veel meer boeken. Modiano blijft ook wat dat betreft mijn grote voorbeeld.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 1 nov) 

Geen opmerkingen: