zondag 27 januari 2019

Interview: Eveline Aendekerk van de CPNB over haar eerste honderd dagen (Boekblad)

Eveline Aendekerk heeft in honderd werkdagen uitgebreid kennis gemaakt met het boekenvak. Deze week kon ze zichzelf en het beleid van de CPNB presenteren op de traditionele Nieuwjaarsborrel. Wat haar betreft is dé vraag voor haar organisatie in 2019: doen we de juiste dingen?

Hoe was je week?
'Die stond helemaal in het teken van de nieuwjaarsspeech. Mijn eerste, dus dit was het moment om mezelf neer te zetten, daarom vond ik het best spannend. Zo'n tribune voor je is overweldigend, en het publiek is behoorlijk kritisch. Maar ik denk dat het, ondanks de zenuwen, gelukt is om mezelf te presenteren zoals ik ben. Ik kreeg na afloop goede feedback, rechtstreeks en indirect. Het was open, kwetsbaar, maar ook duidelijk, met af en toe een grapje. Daar ben ik heel blij mee.'

De speech ging over veel dingen. Om te beginnen de cijfers die je bekend kon maken. Wat viel je daarin op?
'De omzet is eigenlijk heel stabiel. Voor het vierde jaar op rij lichte groei bij dit jaar een iets lagere afzet – dat vind ik prima cijfers. Maar je ziet onder die stabiele cijfers tegelijk een aardverschuiving bij onze stakeholders. De Nederlanders kochten al voor een groot deel boeken online, maar ook in 2018 heeft het onlinekanaal weer marktaandeel gewonnen op het fysieke kanaal.'

Is dat zorgwekkend?
'Ik kijk naar zo'n verschuiving als: "het is". Als: een feit. Om me vervolgens af te vragen: wat betekent dat voor de CPNB? Voor onze toegevoegde waarde? Onze campagnes? Onze strategie? Je ziet bijvoorbeeld dat de omzet en afzet van kinderboeken en fictie in de fysieke boekhandel nog steeds substantieel hoger is dan in het onlinekanaal. Non-fictie informatief wordt al zowel in afzet als in omzet meer online dan offline gekocht. Als we echt impact willen maken dan moeten we daar rekening mee houden in onze campagnestrategieën en inzet van middelen. Dat vergt niet alleen lef, maar ook veel data. En we hebben nu nog te weinig data voor dit soort beslissingen. Gfk meet het afzet en omzet aandeel per verkoopkanaal pas twee jaar. Maar het is cruciale informatie om mee te nemen in de gesprekken met onze convenantpartners die we dit jaar gaan voeren.'

Je nieuwjaarsspeech markeerde het einde van je kennismakingsperiode van het vak. Van je eerste honderd dagen.
'Inderdaad. Het waren eigenlijk 137 dagen, maar als je alleen de werkdagen meetelt kom je op 100 uit.'

En hoe is de kennismaking bevallen?
'Wat ik in mijn eerste week al zei: het is een superleuke branche. Ik voel me hier enorm thuis. In de tussentijd ben ik er wel beter achter gekomen dat de opdracht van de CPNB – gezien de huidige ontwikkelingen – best omvangrijk is. En: hoe belangrijk de collectiviteit is. Dat klinkt flauw om te zeggen als directeur van de CPNB, maar ik meen het wel. De reden dat het boekenvak hier beter presteert dan in het buitenland is de hele infrastructuur van CPNB, CB, Stichting Lezen en andere instanties. Met andere woorden; de collectiviteit. Als er zulke aardverschuivingen plaatsvinden, moeten we samen strategieën ontwikkelen en samen voor het boek en het lezen gaan staan.'

Hoe waren je stages?
'Uiteindelijk heb ik er nog maar een kunnen doen: bij boekhandel Los. Dat was heel inspirerend. Je hoort en ziet dingen die je anders niet opmerkt. Je realiseert je ook hoe hard het werken is. Volgende week ga ik nog een dag naar de bibliotheek in Oosterhout en ook in de Boekenweek wil ik sowieso weer een dag meelopen. Meer lukte echt nog niet. Het is zo druk. Wel heb ik een heleboel uitgevers, bibliotheekmedewerkers en boekverkopers gesproken. Ik ging bijvoorbeeld tijdens onze campagnes zo veel mogelijk met onze auteurs mee het land in. En ik heb besloten dat ik die dagen meelopen erin hou. Dat hoort bij mijn baan, niet alleen bij de inwerkperiode.'

Hoe praat het vak over de CPNB?
'In de kern zegt iedereen zonder uitzondering: het is zo goed en belangrijk wat jullie doen. En ook: wat doen jullie veel. Maar het grappige is: diezelfde mensen hebben ook nog genoeg ideeën van zaken die we óók zouden kunnen oppakken. Iedereen vindt het dus tegelijk níet genoeg wat we doen. Ook gaat het soms om de timing: soms lopen acties tegelijk – en waar moet een winkel, zo zeggen ze, dan aandacht aan besteden? Wat mij betreft is overigens de vraag voor ons: doen we de juiste dingen?'

Was er geen kritiek?
'Gelukkig wel. Anders zou er niets meer te verbeteren en te winnen zijn. Je  hoort of leest – buiten de gesprekken die ik had – mensen wel eens narrig doen over de CPNB. Dat vind ik jammer. Dat wil zeggen: kritiek vind ik prima. Graag zelfs. Maar uit die in een gesprek, dan kunnen we er veel meer mee. Waarom moet de buitenwereld dat ook weten? Laten we ons als collectief naar de lezer toe in de eerste plaats gedragen als ambassadeurs, van het lezen, het boek en onze gezamenlijke campagnes!'

Wat is precies de opdracht van de CPNB die je uit je kennismakingsperiode hebt gedestilleerd?
'Dat de opdracht van de CPNB duidelijker kan en moet. Dát vaststellen wordt de belangrijkste taak voor 2019, zoals ik in mijn nieuwjaarsspeech aankondigde – samen met onze convenantpartners KBb, GAU en VOB. Volgens onze missie doen wij aan het bevorderen van het lezen en het stimuleren van het boekenbezit, hetzij door te kopen hetzij door te lenen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker in sterk veranderende tijden, waar het lezen van boeken minder vanzelfsprekend is en meer concurrentie heeft dan ooit te voren. We staan dus met z’n allen voor verschillende dillema's en uitdagingen, bovendien delen we een aantal doelen die op gespannen voet met elkaar staan.'

Kun je dat ook concreet maken?
'Een leesbevorderingscampagne hóéft niet tot verkoop te leiden. En een volledig commerciële campagne heeft niet altijd een leesbevorderend effect.Neem de Boekenweek voor jongeren. Een zeer belangrijke campagne. Als je zou zeggen: dat is een honderd procent leesbevorderingscampagne, hoef je ze binnen de campagne niet ook naar de boekhandel te lokken. Dan kun je volop inzetten op gedragsverandering door te laten zien hoe gaaf lezen is. Maar ik snap heel goed dat de boekhandel dan zegt: dat is voor mij niet zo interessant. En dan dringt de vraag zich weer op of en hoe we zo’n campagne kunnen en willen organiseren met elkaar.'

Begrijp ik goed uit je speech dat de CPNB in ieder geval méér dan nu aan leesbevordering wil doen?
'We moeten wel, willen we relevant blijven. En ik denk dat we andere strategieën en middelen moeten (durven) inzetten als het om leesbevordering gaat.'

Maar is leesbevordering niet eerder de taak van bibliotheken of Stichting Lezen?
'We zijn hierin partners. Bibliotheken en boekhandels doen al veel met scholen, en onze campagnes geven daar vaak een extra stimulans aan. Denk aan de Kinderboekenweek of komende week: de Nationale Voorleesdagen. De CPNB kan zich wat dat betreft nog beter profileren richting het onderwijs. Wij verkopen lespakketten en kerntitels aan hen, maar zijn daar nog onvoldoende zichtbaar. Op scholen moeten ze automatisch denken: "wil je iets met lezen, dan ga je naar de CPNB!" Als dat gebeurt kunnen we meer lespakketen verkopen waardoor wij meer geld kunnen investeren in de promotie van de leesbevorderende campagne onder ouders en kinderen. Dat is in het belang van al onze partners.'

Waarom heeft de CPNB niet eerder antwoord gegeven op die vraag?
'Dat antwoord was er wel, maar nu is de tijd ernaar om te kijken of dat antwoord nog het juiste is. Vergelijk het vak nu met dat van vijf jaar geleden en je ziet hoe recent de aardverschuivingen zijn. De verschuiving richting online die ik al noemde. De vijf wettelijke functies die de bibliotheek heeft gekregen, waarvan lezen & literatuur er slechts een is. De groei aan manieren waarop uitgevers hun boeken aan de man kunnen brengen. De opkomst van andere vormen van vrije tijdsbesteding, zoals series kijken. En laten we ook de (technologische) ontwikkelingen binnen het marketing vlak niet onderschatten. Die zorgen ook voor ontwikkeling.'

Het traject om jullie taak scherp te krijgen is dus geen impliciete kritiek op je voorganger?
'Integendeel, ik heb groot respect voor hoe Eppo [van Nispen] de boel met 200% enthousiasme door turbulente tijden heeft geloodst. Maar een organisatie die al zo'n negentig jaar bestaat, heeft zichzelf nu eenmaal vaak opnieuw uitgevonden. En als er een nieuwe directeur komt, is dat vaak een logisch moment om te bekijken: wat moeten we wel en niet doen. Ik vind het heel goed dat Eppo heeft gezegd: 'elke dag moet het boek worden gepromoot' – een goed statement, trouwens – maar nu komen we weer in een andere fase.'

Eppo van Nispen heeft ook de deuren van de CPNB al opengegooid, terwijl jij nu aankondigt dat ze makkelijker open moeten.
'Absoluut. Met Eppo is de CPNB weer veel vaker en enthousiaster naar buiten toegegaan. Zo toetsen we nu veel campagne-onderdelen bij onze partners. Maar dat kan nog verder gaan. Niet alleen: wat vinden jullie van dit campagnebeeld? We willen juist samen met het vak de campagne opzetten. Als een soort co-creatie. Ook kunnen we nog transparanter zijn. Daarom heb ik tijdens de speech onze zes interne doelen gedeeld. Voor het eerst hebben we nu ook met de uitgevers gedeeld welk rekenmodel we gebruiken om een totaalbeeld te krijgen van de boekenmarkt, omdat GfK maar 90% representeert. Dat hielden we altijd voor ons.'

Vooruitlopend op het traject hebben jullie wel al een aantal beslissingen genomen.
'Er is natuurlijk altijd laaghangend fruit. Waarom zouden we wachten dat te plukken? En bovendien: ook dit hebben we – heel transparant – eerst getoetst bij het collectief en andere betrokkenen. Zo konden de Griffels en Penselen anders worden georganiseerd, een wens van veel auteurs. Ook stoppen we met de Airport Library en LeesID. Een bibliotheek op Schiphol runnen om reizigers het mooiste van (literair) Nederland te laten zien, dat kunnen anderen beter. Hetzelfde geldt voor het digitaal boekenplankje. Daarnaast gaan we het boek in Nederland Leest weer centraal stellen en de non-fictiecampagnes samen onder de loep nemen.'

Tot slot: wat ga je vandaag doen?
'Mijn kinderen alvast voorlezen uit Een huis voor Harry het prentenboek van het jaar, dat de komende week centraal staat bij De Nationale Voorleesdagen. En daarna met elkaar naar mijn ouders, denk ik. Dat heb ik al lang niet gedaan. En zelf lezen natuurlijk. Ik ben bezig in Mooi doodliggen van A.F.Th. van der Heijden. Dat ga ik maar eens uitlezen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 20 jan)

Geen opmerkingen: