woensdag 5 juni 2013

1988: Bernlefs 'Hersenschimmen' verfilmd door Hedy Honigmann (BOEK)


Vijfentwintig jaar geleden zag het literaire landschap er heel anders uit. Wat waren de hypes, de bestsellers en de laureaten van 1988? Aflevering 3: Ook de verfilming van Bernlefs grootste succesroman raakt een gevoelige snaar. [Zie ook aflevering 1 en aflevering 2]

Een meesterlijke verfilming van een meesterwerk

Precies 34.620 mensen zagen Hersenschimmen vijfentwintig jaar geleden in de bioscoop. Dat is niet veel voor de verfilming van een roman waarvan er bijna dertig jaar na de eerste druk een kleine miljoen exemplaren zijn verkocht. Het is evenmin veel voor een film die zich mocht verheugen in een goede pers en in de jaren daarna de status van klassieker verwierf. Een paar jaar geleden vond een literair festival de film zo belangrijk dat ze schrijver Bernlef en regisseur Hedy Honigmann achter een tafel zette om herinneringen op te halen.
De oorzaak van het geringe kassucces was de matige verwachting van distributeur Pieter Goedings, bleek uit een terugblik van HP/De Tijd uit 2007. Het intieme verhaal van Maarten Kleins afdaling in de vergeetput van Alzheimer, subtiel en introvert verteld door Honigmann, zou volgens hem niet meer dan een bescheiden arthouse-publiek trekken. Vier 35-millimeterkopieën moesten genoeg zijn. Alleen omdat een beledigde en teleurgestelde Honigmann zo aandrong maakte hij toch vijf kopieën. Plus vier kwalitatief mindere 16-millimeterkopieën.
Honigmann wilde Hersenschimmen al verfilmen nog voor de roman in 1984 verscheen en direct werd omarmd door een zeer groot publiek. De regisseur van kleine, avant-gardistische films had Bernlef gevraagd een scenario te schrijven op basis van een eigen idee: een terminaal zieke man, die ontsnapt uit het ziekenhuis en wordt achtervolgd. Omdat Bernlef het stomvervelend werk vond, afgezien van het schrijven van dialogen, voltooide hij de opdracht niet. In plaats daarvan gaf hij haar zijn nog ongepubliceerde roman. Daar zag Honigmann meteen een betere film in.
Bernlef kon het zich aanvankelijk niet voorstellen. Het boek is geschreven als één monologue intèrieur vanuit het hoofd van een aftakelende man. Honigmann bedacht daarop – heel simpel, maar doeltreffend – een voice-over die Maartens gedachten vertelt. Toen Bernlef daarop het script las dat Honigmann samen met haar Tsjechisch-Nederlandse collega Otokar Votacek had geschreven, had hij er helemaal vertrouwen in. En niet omdat het duo zo weinig van het oorspronkelijke boek was afgeweken. Eerder hadden ze dat meer moeten doen.
Volgens Bernlef dienen filmmakers het lef hebben een boek in hun eigen filmtaal na te vertellen. ‘Een film met een regisseur die aan het handje van de schrijver een verhaaltje vertelt, dat wordt nooit wat,’ zei hij tegen HP/De Tijd. Hij zag die theorie bevestigd in wat Honigmann wél had veranderd. Zo voegde ze een scène toe waarin Maarten met zijn vrouw Vera danst. Contact maken lukt Vera niet, en dan noemt Maarten haar bij de naam van de vrouw met wie hij haar ooit bedroog. Zo tragisch, vond Bernlef. ‘Toen ik dat zag, dacht ik: die scène ben ik vergeten te schrijven.’
De grootste kracht van de verfilming is de intense en indringende hoofdrol van Joop Admiraal. Omdat zijn eigen moeder dementeerde – waar hij later nog een toneelvoorstelling over maakte – wist hij uit eerste hand wat van hem gevraagd werd. En wilde hij zijn uiterste best doen om Maartens gestage wegdrijven van de realiteit zo echt mogelijk gestalte te geven. Het was dan ook uit eerbetoon aan de in 2006 overleden Admiraal dat Bernlef er voor ijverde dat zijn uitgeverij Querido Hersenschimmen heruitgaf samen met een dvd van de verfilming.
Wat ook gebeurde. Mede daardoor hebben toch nog heel wat meer dan 34.620 mensen dit hoogtepunt uit de Nederlandse filmgeschiedenis kunnen zien.
(Eerder gepubliceerd in BOEK 3, 2013)

Meer Bernlef:

Geen opmerkingen: