donderdag 23 mei 2013

Heinrich Heine: Schrijven ezels geen kritieken?

De beer Atta Troll neemt het in het gelijknamige gedicht van Heinrich Heine op voor de dieren. De mensen claimen privileges. Ze stellen zich op boven de dieren. Waarom? De intelligentie van dieren is minstens zo groot. Er zijn paarden die foutloos kunnen tellen als kassiers. Er zijn hazen die heel ritmisch met hun poot slaan. Bevers zijn meester in de waterbouwkunde. De ooievaar is de ontdekker van de klysma. En dan: ezels schrijven kritieken.
De rede uit de jaren 1840 zou in deze eeuw goed kunnen dienen als een bloedserieus pleidooi van de Partij van de Dieren, maar ik heb er vooral om moeten lachen. Vooral die laatste toevoeging is amusant. Omdat je niet verwacht dat Heine opeens vanuit zijn eigen perspectief redeneert, komt de lof op de ezels onverwacht. Even later doet hij het nog een keer als hij de beer laat zeggen dat zijn collega Ferdinand Freiligrath kan dichten. Alsof die vergeten poëet ook een dier is.
Ik vroeg me wel af: sinds wanneer worden critici met ezels - of andere spreekwoordelijk domme dieren - vergeleken? Ongetwijfeld vanaf het verschijnen van de eerste kritieken. Maar wie maakte als eerste die vergelijking?

Zie ook:
- Ilja Leonard Pfeijffer over recensenten
- Joost Nijsen over het bluffen van uitgevers en juryleden

Geen opmerkingen: