dinsdag 11 maart 2014

Waarom BN'ers 'Mijn bieb moet blijven' ondersteunen (Bibliotheekblad)

Talrijke bekende Nederlanders hebben – aangespoord door de Vereniging van Openbare Bibliotheken – de petitie 'Mijn bieb moet blijven' ondertekend, die op 12 maart wordt aangeboden aan minister Jet Bussemaker (OCW). Schrijvers, politici, bestuurders en anderen. Waarom? Bibliotheekblad.nl vroeg het aan Jean Beddington (kok), Ad van Liempt (schrijver / programmamaker), Alexander Rinnooy Kan (hoogleraar economie en bedrijfskunde) en Willie Wartaal (De Jeugd van Tegenwoordig).

Waarom vindt u de bibliotheek zo belangrijk dat u de petitie hebt ondertekend?
Ad van Liempt: 'Ik ben een kind van bibliotheken. Ik heb er vroeger honderden boeken geleend. Toen ik nog geen geld had om boeken te kopen, waren bibliotheken de entree naar boeken. Dat is misschien een nostalgische reden om voor de bibliotheek te pleiten. Maar ik heb ook voorbeelden van moderne bibliotheken in Amsterdam en Den Haag gezien, waar wordt gelezen én gestudeerd. Als je op een zondag in de OBA ziet hoeveel jongeren daar zijn en hoe hoog het percentage bezoekers van niet-Nederlandse afkomst. Daar word ik heel optimistisch van. Bibliotheken ontwikkelen zich zo tot openbare kennis- en studiecentra. We mogen niet te licht beslissen om die te sluiten.'
Jean Beddington: 'De bibliotheek is een mooie, serene plek waar je rustig kunt zitten zonder geluid van buiten af. Er worden geen telefoons gebruikt. Waar kom je dat tegenwoordig nog tegen? Ik hoorde laatst dat mensen die heel mooi piano spelen dat in de grote vestiging bij het centraal station van Amsterdam kunnen doen. Dan hoor je alleen de piano. Dat vind ik zo'n mooi idee. De bibliotheek is vooral belangrijk voor kinderen, als plek om boeken te vinden die ze mee naar huis kunnen nemen. En voor ouderen. Ik woon om de hoek van het filiaal aan het Roelof Hartplein. Dat is een heel leuke ontmoetingsplek voor ouderen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Dat ik de petitie heb ondertekend zonder daar eerst lang over na te denken heeft veel te maken met mijn eigen herinnering. De bibliotheek was mijn kennismaking met boeken en literatuur. Die kennismaking, die hoort bij een compleet mensenleven, gun ik iedereen. Ik ben een groot fan van de bibliotheek. De directeur van de bibliotheek in Amsterdam vertelde mij ooit wie zijn belangrijkste klanten waren: allochtone meisjes. Dat vind ik ongelooflijk bemoedigend. Dat zij naar een bibliotheek in de buurt kunnen en dat daar de wereld zich voor hen opent. Dat moet behouden blijven.'
Willie Wartaal: 'De Jeugd heeft getekend uit puur eigenbelang. Ik vond het zelf heel leuk in de bibliotheek in Amsterdam-Oost, waar je ook cd's kon lenen. Ik kan wel zeggen dat het goed is dat mensen lezen blablabla en dat kinderen naar de bibliotheek gaan blablabla, maar ik wil gewoon dat andere mensen dezelfde vette tijd in de bibliotheek hadden als ik. Het hoort ook bij een welvarend land dat de bibliotheek blijft.'

Mag er op de bibliotheek helemaal niet bezuinigd worden?
Ad van Liempt: 'Ik kan dat niet overzien. Ik sprak laatst een gemeenteraadslid van een grote stad, die me vertelde: bibliotheken moeten wel betaald worden. Er komen minder mensen, er moet zoveel geld bij – dan kan het wellicht beter zijn een aantal vestigingen te sluiten en één grotere bibliotheek te versterken. Het kan best dat dat een betere oplossing is dan alle bestaande vestigingen tot in de eeuwigheid open te houden. We moeten het praktisch en realistisch bekijken. Maar dát we geld opzij moeten zetten om bibliotheken om te vormen tot aantrekkelijke kenniscentra, spreekt voor zich.'
Jean Beddington: 'Absoluut niet. Er moet juist in bibliotheken worden geïnvesteerd. In digitale mogelijkheden en in meer kleine vestigingen. De jeugd moet nu helemaal de stad in. Steeds vaker heb je in grote steden maar één heel grote vestiging. De bibliotheek moet juist de wijk in. Of het platteland op. In Engeland [waar Beddington is geboren en getogen, md] kwam er bij ons ook eens in de week een bus langs. Heerlijk vond ik dat. Ik heb daardoor in mijn jeugd heel veel kunnen lezen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Het is niet denkbeeldig dat de bezuinigingen slachtoffers maken. Voor zover ik zicht heb op de plannen wordt in ieder geval de geografische spreiding bedreigd. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. Ik kan alleen maar hopen dat het meevalt.'

Moet de rol van de bibliotheek veranderen in de 21e eeuw?
Ad van Liempt: 'De functie van de bibliotheek verschuift. Als ik onderzoek doe, moest ik vroeger naar het archief. Nu kan ik dat deels thuis doen. Maar er is ook een contrabeweging: kijk naar de hoeveelheid jongeren die bij elkaar komen in de bibliotheek, het gezellig maken, maar ook elkaar verder helpen met hun studie. Ze moeten studieopdrachten vaak ook in groepen doen. Ze klikken dus in de bibliotheek hun laptop open, lenen tegelijk boeken, maken gebruik van de kennisinfrastructuur, met behulp van het aanwezige personeel. Als Nederland echt een kennisland wil zijn, moeten de bibliotheken – met deze nieuwe functie als kenniscentrum – absoluut niet worden opgeheven.'
Alexander Rinnooy Kan: 'De bibliotheek moet zich natuurlijk aanpassen aan onze digitale tijd. Dat is alleen maar verstandig. Ik begrijp dat dat ook gebeurt. Als kinderen en jongeren – om hen gaat het vooral – via digitale media de toegang tot literatuur en de collectie weten te vinden, is dat goed. Er is geen principieel verschil tussen fysiek of digitaal. Digitaal heeft ook voordelen, al was het maar dat je niet met alle boeken hoeft te sjouwen. Als de toegang tot de collectie maar wordt gegarandeerd.'
Willie Wartaal: 'De bibliotheek moet meebewegen met de tijd. Natuurlijk. Ik weet niet met welk concept, daar heb ik geen kijk op. Maar meebewegen doe je in ieder geval met bezuinigen. Minder geld is nooit goed.'

Bent u zelf lid van de bibliotheek?
Ad van Liempt: 'Jazeker. In Nieuwegein, waar ik woon – al moet ik toegeven dat ik weinig kom. Meestal kom ik voor lezingen in bibliotheken. Nieuwegein kent geen hogeschool of universiteit, maar de bibliotheek – sinds kort in een nieuw, schitterend pand – kan hier toch een onderdeel zijn van een cultureel centrum, waar van alles wordt georganiseerd. Daar liggen in samenwerking met andere instellingen allerlei kansen. Daarom is het ook zo jammer dat de kunstuitleen hier is verdwenen.'
Jean Beddington: 'Niet meer. Nadat ik naar Nederland ben verhuisd, ben ik hier nooit lid geworden. Ik heb weinig tijd om te lezen, maar ik zit wel in een eigen netwerk van vrienden die elkaar boeken uitlenen. Engelstalige boeken, die ik dan in mijn eigen rustige tempo kan lezen.'
Alexander Rinnooy Kan: 'Ik ben lid van de universiteitsbibliotheek. Dat is mijn bron van literatuur op dit moment. Soms haal ik daar ook bijzondere romans. Maar als ik fictie of een ander boek echt wil hebben, schaf ik het aan. Dat is het voordeel van mijn ouderdom: ik kan een dringende behoefte om iets te lezen op die manier bevredigen.'
Willie Wartaal: 'Nee. Ik koop mijn boeken en muziek nu. De bibliotheek is voor iedereen ook wel een relaxte plek waar je kan zitten, maar ik kom er niet meer.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 9 maart) 


Geen opmerkingen: