dinsdag 6 september 2016

Elena Ferrante is de nieuwe Karl Ove Knausgard

De Napolitaanse romans van Elena Ferrante is voor mij de opvolger van Mijn strijd van Karl Ove Knausgard. Op het eerste gezicht lijkt dat gek. Is er meer overeenkomst dan dat beide romans zeer lang en meerdelig zijn? Over Ferrante is niets bekend. Zij schuwt elke publiciteit, zozeer dat zelfs wordt betwijfeld of haar boeken door een man of een vrouw zijn geschreven. Al heeft ze e-mailinterviews gegeven, er is niets, maar dan ook niets over haar bekend. Terwijl Knausgard geen gelegenheid voorbij laat gaan om te benadrukken dat zijn werk autobiografisch, authentiek en genadeloos eerlijk is. De manier waarop ze zichzelf inzetten voor hun schrijverschap kan niet meer van elkaar verschillen.
En toch. In beide boeken wordt de ziel van een mens haarscherp in alle nuances blootgelegd. In de onversneden fictie van Ferrante (als het dat inderdaad is) en in de pure non-fictie van Knausgard (al heeft hij om mensen te beschermen namen veranderd en sommige feiten verzwegen) biecht een mens in de eerste persoon enkelvoud alles op wat zij respectievelijk hij heeft gedacht en gevoeld. Dat was soms verward – soms kun je tegengestelde gevoelens tegelijk hebben. Dat was niet altijd even fraai. Dat was soms schaamtevol. Maar het wordt allemaal verteld. Alles wat de mens tot mens maakt. Er wordt niets verdoezeld. Zo krijgt de lezer de illusie dat hij de hoofdpersonen leert kennen zoals geen mens van vlees en bloed in staat zichzelf te laten kennen.
Zeker, er is meer te zeggen over De Napolitaanse romans. Het verhaal draait, meer dan om Elena zelf, om de vriendschap met Lila – twee meisjes, later vrouwen die elkaars diapositief zijn. Allebei leiden ze het leven dat de ander had kúnnen leiden. Dat roept op een intelligente en sterke manier de vraag op naar de beslissende factor waarom een mens uitgerekend het leven leidt dat hij heeft. De cyclus geeft ook een mooi tijdsbeeld van het Italië van vlak na de oorlog tot eind jaren zeventig, waar deel drie (van de vier) eindigt – ongeveer zoals de Duitse geschiedenis in de filmcyclus Heimat, hoezeer die ook op de achtergrond blijft, van doorslaggevend belang wordt gemaakt.
Zeker, het is allemaal waar. Maar het is de diepe afdaling in de menselijke ziel – datgene wat volgens Oek de Jong de roman tot een unieke kunstvorm maakt (zie hier) –  die De Napolitaanse romans voor mij zo onweerstaanbaar maakt.

Zie ook:

Geen opmerkingen: