zondag 11 september 2016

Interview: Ronald Giphart gaat niet mee in meute van mopperende schrijvers (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers boekhandels, uitgevers en de boekenvakorganisaties? In de rubriek 'Schrijvers & het boekenvak' Ronald Giphart, juryvoorzitter van de verkiezing voor Boekverkoper van het jaar. Hij ziet de nieuwe energie van jonge honden gereflecteerd in de boekhandel.

Waarom bent u juryvoorzitter van de verkiezing voor Boekverkoper van het jaar geworden?
'Ik had goede verhalen gehoord van Bert Natter, de vorige voorzitter. Hij zei dat het een erg leuke club jonge, enthousiaste mensen is, waar hij bezieling voelde. Hij bracht dat enthousiasme op me over.'

Komt u als schrijver veel en graag in boekhandels?
'Heel erg veel. Ik ben al sinds mijn zeventiende boekhandelverslaafd. Gisteren was ik in Hengelo. Dan kan ik het niet nalaten om even Broekhuis binnen te lopen. Met name door optredens, ook voor mijn theatertour met Bart Chabot, kom ik in alle uithoeken. Ik heb veel boekhandels bezocht die ik anders nooit zou hebben bezocht. Alle boekhandels van Nederland? Dat denk ik niet. Dat zouden er wel erg veel zijn.'

En iedere boekverkoper herkent u gelijk als de schrijver wiens werk hij verkoopt?
'Ik kom er ook wel incognito. Ruud Gullit zei ooit – in de hoogtijdagen van zijn roem, toen hij een enorme, karakteristieke bos haar had – dat als hij niet herkend wilde worden, hij ook niet werd herkend. Ik kom dan met gebogen schouders binnen, met een uitstraling van: ik ben er niet. Maar toch word ik soms herkend. "U komt zeker controleren of u hier wel aanwezig ben", zeggen ze dan. Ik zou liegen als ik dat ontkende. Ik ben schrijver onder de schrijvers. Als ik in de kast sta, leg ik mijn werk op tafel. Als ik op tafel lig, verspreid ik mijn werk over onder de andere stapels zodat ik visueel meer aanwezig ben. Schaamteloos. Maar uiteindelijk kom ik er voor de boeken. Ik heb er heel veel.'

Hoe hebt u aan de jurering beleefd? Bekeek u als jurylid van deze prijs de winkels nu met andere ogen?
'Juryvoorzitterschap is een protocolaire functie, die de vergadering leidt en het juryrapport schrijft. Daar kiezen ze een schrijver voor omdat die een hogere attentiewaarde heeft. Maar ik heb niet zelf als voorzitter boekhandels bezocht. De vaktechnische inhoud kwam van de andere juryleden. Daar weet ik uiteindelijk niets van af. Ik was een paar jaar geleden voorzitter van de verkiezing van de Beste Bibliotheek. Daar ging het op dezelfde manier.'

Toch zei u bij de uitreiking voor het eerst écht in te zien hoeveel werk het runnen van een boekhandel is.
'Dat was een boutade. Natuurlijk wist ik dat al. In mijn roman Giph uit 1993 laat de hoofdpersoon zich zeer negatief uit over boekhandels. Ik werd daarop aangesproken door wijlen Paul Hogervorst: als je zo'n grote mond hebt, moet je maar eens een dagje meelopen bij toen nog Broese Kemink. Mijn perceptie destijds was dat boekhandelaren tijd hadden om te lezen. Maar als ergens geen tijd voor is, is het wel lezen tijdens het werk. Ik stond toen al versteld van de vragen van het publiek en het kennis van de boekverkopers.'

Is dat een kwart eeuw later veranderd?
'Wat me nu opvalt is hoeveel jonge mensen er in de boekhandel werken, die met energieke onstuimigheid hun vak uitoefenen. Remco Houtepen, de winnaar van dit jaar, is daar een voorbeeld van. Net als Lisa Snijders, de winnaar van vorig jaar. Dat is ook zo'n spraakwaterval van boekenliefde. De oudere werknemers hebben overigens niets ingeboet aan enthousiasme en onderlegdheid, maar de nieuwe energie van jonge honden zie je terug in de boekhandel.

U zei bij de prijsuitreiking ook dat u nu beter begreep dat de boekhandel 40 % van de verkoopprijs van een boek krijgt en een schrijver 10 %? Was dat ook een boutade?
'Dat vind ik ook al langer. Het klinkt onredelijk: een product maken waar je zelf 10 % aan overhoudt, maar als je bedenkt wat er allemaal voor een boek moet worden gedaan, is het dat niet. Ik ga niet mee in de meute van schrijvers die daarover mopperen. Ik deed vorig jaar mee aan een uitzending van De rekenkamer over de prijs van een boek. Daarin zei ik dat ook.'

Wat is het belangrijkste werk van een boekverkoper?
'Dat is een gewetensvraag. Op het hogere plan staat het in stand houden van de Nederlandse leescultuur. Die is nog altijd een van de beste ter wereld, dankzij de vaste boekenprijs, de goede bibliotheekspreiding – al heeft het kabinet zijn best gedaan daar gaten in te schieten – en de fantastische boekhandelsdekking. En toch zijn boekverkopers in de eerste plaats handelaren die geld verdienen met de verkoop van boeken. Eigenlijk heb ik een getroebleerde relatie met de boekhandel. Zij willen zo veel mogelijk boeken verkopen ongeacht welke. Ik wil dat ze het liefst míjn boeken verkopen. Dan heb ik het er soms moeite mee als mijn werk niet op een goede plek ligt – bijvoorbeeld: waarom ligt Ernest van der Kwast, wiens boek in dezelfde week is uitgekomen als het mijne, nog op tafel en ik al in de kast? Of wanneer een boekverkoper de uitgeverij belt om te vragen of hij drie exemplaren met recht van retour mag terugsturen.'

Dan is het prettiger juryvoorzitter te zijn van de verkiezing van Beste Bibliotheek van Nederland?
'Ook met bibliotheken heb ik een getroebleerde relatie. Het blijft moeilijk dat een boek als commercieel product in de boekhandel ligt, terwijl het drie deuren verder bij een andere instelling te lenen is tegen een vergoeding van tien cent per uitlening. Daarbij spelen bibliotheken steeds meer boekhandeltje. Met lage tafels, in store routings etcetera. Maar ook met de gewoonte om zichzelf af te rekenen op het aantal uitleningen.'

Welke van beide instellingen doet uit eindelijk meer voor het in stand houden van de Nederlandse leescultuur?
'Daar kan ik onmogelijk antwoord op geven. Ik geloof dat er vier keer zo veel gelezen wordt via de bibliotheek dan via de boekhandel. De recente exacte cijfers weet ik niet. De bibliotheek zorgt dus voor veel leesmeters. Maar de boekhandel is veel meer een aanjager van de huidige stand van de literatuur. Al bedient het boekenvak natuurlijk meer mensen dan alleen het relatief kleine groepje lezers van fictie.'

Bij welke boekhandel bent u zelf klant? Verdient de eigenaar daarvan het om Boekverkoper van het jaar te worden?
'Ook een onmogelijke vraag. Ik ben vaste klant bij Bijleveld – al kom ik ook vaak in Broese, de Bilthovense boekhandel, Den Boer in Baarn, De Larense Boekhandel en het vaste rijtje in Amsterdam. Bastiaan Bommeljé van Bijleveld is veel meer dan boekhandelaar: uitgever, intellectueel, denker, kompas van de samenleving. Ik weet niet eens of hij zelf nog veel in de winkel staat. Hoe dan ook moet hij eerst worden genomineerd en dat is niet aan mij.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 7 sep)

Zie ook:

Geen opmerkingen: