zaterdag 4 augustus 2012

Boekenmusea: Filip De Pillecyn was meer flamingant dan schrijver (Knack)


Aflevering 5. Wie zijn favoriete schrijver een museum gunt, moet het ook goed doen. Luk Buyle deed dat zeker voor Filip De Pillecyn.

Een privémuseum – dan verwacht je niet dít. Dan heeft iemand in een hoekje van zijn huis een paar kasten vrijgemaakt om zijn collectie paperassen, foto’s en relikwieën te tonen. Vooruit, laat het een hele kamer zijn als de eigenaar veel spullen heeft verzameld. Maar als Luk Buyle voorgaat naar de ruimte waar het Documentatiecentrum Filip De Pillecyn & Edward Poppe is gevestigd – de schrijver en de later zalig verklaarde priester die in Hamme klasgenoten waren – kom je terecht in een goed uitgeruste, moderne museumruimte. Perfect licht, aangenaam klimaat en bij iedere vitrine een flat screen waarop dia’s en video’s in een loop zijn te zien.
De 68-jarige Buyle houdt zich al zijn hele leven bezig met de auteur van Monsieur Harwarden, Soldaat Johan en Mensen achter de dijk. In 1966 was hij lid van het comité dat het monument voor Filip De Pillecyn oprichtte bij de monding van de Durme in de Schelde. Pas nadat hij twee jaar geleden zijn vijf fabrieken heeft overgedaan aan zijn zoon, stortte hij zich energiek op zijn grote stadsgenoot. Hij voltooide de lijvige Filip De Pillecynkalender die Fernand Van de Velde was begonnen en bracht veel materiaal bij elkaar voor dit museum, onder meer van De Pillecyns dochter. Omdat hij geen personeel wil aannemen, is bezichtiging alleen mogelijk op afspraak.
Het is goed mogelijk dat Buyle alle parafernalia bezit van de flamingant, die de IJzerbedevaart mee oprichtte en na de Tweede Wereldoorlog tot vijf jaar gevangenis werd veroordeeld wegens collaboratie. Er is zo veel. En tijdens de rondleiding zegt hij voortdurend dingen als: Ik heb alle 186 brieven die hij aan zijn vriend Leo De Nayer stuurde. Of: De Pillecyn schreef tussen 1918 en 1936 honderden artikelen in Ons volk Ontwaakt – ik heb ze allemaal. Aan het eind laat hij ook, als om te bewijzen, de afgesloten boekenkasten zien waarin al die brieven en journalistieke artikelen naast De Pillecyns officiële oeuvre worden bewaard.
Die rondleiding is geen overbodige luxe. Bij iedere vitrine hangt een bord waarop die periode uit het leven van de schrijver wordt samengevat. Alle geëxposeerde voorwerpen zijn voorzien van een minimale toelichting. Maar wie weinig bekend is met de hoogte- en dieptepunten in De Pillecyns bestaan en de geschiedenis van de Vlaamse beweging, verliest gauw het overzicht. Vermoedelijk geldt dat voor de meeste mensen. De Pillecyn is geen veelgelezen auteur meer. Sterker: er is al jaren vrijwel niets meer van dit jaar de vijftig jaar geleden overleden schrijver te krijgen. Alleen antiquarisch. Of online: via de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren is zijn verzameld werk integraal te lezen.
Onbedoeld wekt het Filip De Pillecynmuseum ook het idee dat het schrijven maar bijzaak was. De nadruk van de strikt chronologische presentatie ligt op zijn inzet voor de Vlaamse strijd. De Pillecyns Vlaamse leeuw is er te zien. Een originele ets van Joe English. Vlugschriften tegen de eerste repressie na de Eerste Wereldoorlog. Exemplaren van de VNV-krant Volk en staat. De aandacht voor het literaire werk steekt daar maar bekaaid bij af. Slechts een enkel exemplaar ligt in de vitrines. Alleen voor Mensen achter de dijk, over het armoedige Hamme van de schrijvers jeugd, heeft Buyle een uitzondering gemaakt. Dat boek heeft een ereplaats gekregen aan het begin van het privémuseum.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 3 aug 2012)

Eerdere afleveringen zijn hier te vinden.

Geen opmerkingen: