woensdag 14 november 2012

Uit de donkere kamer van W.F. Hermans (Knack)


Willem Frederik Hermans deed alsof fotograferen maar een hobby was. Ondertussen bereikte hij een hoog niveau, zoals nu in Rotterdam te zien is.

In De donkere kamer van Damokles speelt fotografie een cruciale rol. Als Osewoudt aan het slot van de roman zijn ondervragers voorhoudt dat hij geen verraad heeft gepleegd maar slechts handelde in opdracht van Dorbeck, krijgt hij één kans om het bestaan van zijn dubbelganger te bewijzen. Hij moet zelf de foto ontwikkelen die hij met zijn Leica via een spiegel van hemzelf en Dorbeck had gemaakt. Tevergeefs, zoals bekend. De foto blijkt mislukt, niemand gelooft Osewoudt nu nog.
Het is daarom toepasselijk dat het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de uitverkiezing van Willem Frederik Hermans’ bekendste roman voor de leesbevorderingsactie Nederland Leest aangrijpt om Hermans foto’s weer eens te exposeren. Op een toepasselijke plek ook: in de marge van de vaste opstelling over 185 jaar Nederlandse fotografie. Hermans was namelijk niet zomaar een schrijver die regelmatig een kiekje afdrukte, hij bekwaamde zich – net als Osewoudt met een Leica – serieus in de fotografie.
Aan zijn uitlatingen zou je dat niet afleiden. Hermans fotografeerde omdat iedere Nederlandse auteur uitvoerig huizen, interieurs, landschappen enzovoorts beschrijft, legde hij in 1962 uit. ‘Aangezien ik ook een Nederlandse auteur ben, ben ik ook [met die neiging] behept. Ik acht die neiging over het algemeen funest voor de roman. Romans moeten gaan over mensen of over wat ze beleven. (...) Ik ben gaan fotograferen om die neiging daarin bot te vieren.’
De feiten spreken andere taal. Hermans fotografeerde al op zijn twaalfde met een boxcamera. Eind jaren vijftig was hij voluntair bij Nico Jesse, in die tijd de vaste fotograaf van het boekenbal. Hij publiceerde verschillende fotoboeken: Koningin Eenoog (1986) en Een foto uit eigen doos! (1994). En hij exposeerde zijn werk meermaals. Koningin Eenoog verscheen ter gelegenheid van een tentoonstelling in het prestigieuste museum voor moderne kunst in Nederland, het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Hermans’ foto’s sluiten thematisch aan bij zijn literair werk. Hij legde straattaferelen en objecten vast met dezelfde licht surreële blik als waarmee hij schreef. Zie de lezende gehandicapte in een zelfontworpen leesstoel. Of de noodtrap van een gebouw die niet tot de straat reikte – met het logische opschrift 'Escape unsafe’. De foto van een Spaanse reclame van een getekende dikke baby, getiteld ‘De verschrikkelijke baby’, had perfect als boekomslag voor Een wonderkind of een total-loss kunnen dienen.
Wie zelf Hermans foto’s wil vergelijken met zijn romans, kan nog tot 13 januari de tentoonstelling bezoeken. Wie de reis niet wil maken, kan een kleine selectie van Hermans’ werk zien uit het bijna 10.000 foto’s omvattende archief op de site van het Willem Frederik Hermansinstituut. Of wachten tot 2014. Dan verschijnt het deel uit het Verzameld werk met Hermans beeldende werk, inclusief zijn fotocollage’s. Daarmee erkennen de samenstellers dat de foto’s onlosmakelijk bij het werk horen.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 13 nov 2012)

Zie hier voor een schrijfster die fotografeert. En hier voor een roman waarin fotografie een belangrijke rol speelt – zo niet de hoofdrol.

Geen opmerkingen: